Hoofdstraffen
Als je een strafbaar feit pleegt, krijg je sowieso één van de hoofdstraffen. De hoofdstraffen bestaan uit drie categorieën: een geldstraf, een taak-/werk-/leerstraf of een (voorwaardelijke) gevangenisstraf.
Gevangenisstraf
De gevangenisstraf of celstraf wordt normaliter opgelegd door een rechter. De dader van een misdrijf wordt voor een bepaalde tijd opgesloten in een beveiligde inrichting, de gevangenis. Zij worden afgezonderd van de samenleving.
Geldstraf
Geldboetes worden ook door de rechter opgelegd. De hoogte van deze boetes staan in het Nederlandse strafrecht. Ieder strafbaar feit wordt door de wet aan één van de onderstaande zes categoriën verbonden. De rechter moet rekening houden met deze maximale bedragen en hij zal aan de hand van deze categoriën een boete moeten stellen.
Zo wordt diefstal bestraft met een geldboete van de vierde categorie. Dit houdt in dat de rechter maximaal een boete van 19.000 euro of 14.000 dollar kan opleggen.
Categorie | Hoogte van boete Wetboek van Strafrecht |
Hoogte van boete Wetboek van Strafrecht BES |
Eerste | €380 | $280 |
Tweede | €3.800 | $2.800 |
Derde | €7.600 | $5.600 |
Vierde | €19.000 | $14.000 |
Vijfde | €76.000 | $56.000 |
Zesde | €760.000 | $560.000 |
Taakstraf
Een taakstraf is de verzamelnaam voor werkstraffen en leerstraffen. Een combinatie van beide is ook mogelijk. Een taakstraf kan opgelegd worden voor ieder misdrijf of iedere overtreding waar een ‘vrijheidsstraf’ op staat.
Leerstraf
Met een leerstraf wordt je geacht een cursus te volgen die je confronteert met de gevolgen van je gedrag. Bijvoorbeeld een cursus over het alcohol misbruik in het verkeer of een cursus sociale vaardigheden.
Werkstraf
Met een werkstraf moet je ‘vrijwillig’ werken. Dus werk doen waar je niet voor wordt betaald. Meestal zijn het werkzaamheden voor niet-commerciële instellingen zoals gemeenten of ziekenhuizen.